Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En deze landpale zal opgaan door het dal van den zoon van Hinnom, aan de zijde van [10]den Jebusiet van het zuiden, dezelve is Jeruzalem; en deze landpale zal opwaarts gaan tot de spits van den berg, die voor aan het dal van Hinnom is, westwaarts, hetwelk in het uiterste van het dal der Refaieten is, tegen het noorden. 10. Jeruzalem wordt Jebus of de stad des Jebusiets genaamd, omdat het de hoofdstad der Jebusieten was, en nog door hen bewoond was; onder, hfdst.18 vs.28; Richt.19:10.